OEFENEN MET REKENKAARTJES
• laat de getalbeelden benoemen (“hoeveel is dit?”)
• laat de cijfers lezen
• laat de getalbeelden benoemen (“hoeveel is dit?”)
• laat de cijfers lezen
• laat de hoeveelheidsprentjes lezen
• kaartjes samen laten leggen: cijfers met hoeveelheidsprentjes, cijfers met getalbeelden
• laat de kaartjes in de juiste volgorde leggen
• laat de kaartjes in de juiste volgorde leggen
• laat een kaartje zoeken dat meer/minder/evenveel is dan een ander kaartje
• naast een kaartje meer/minder/evenveel blokjes, kroonkurken, knikkers, … laten leggen
• naast een kaartje meer/minder/evenveel blokjes, kroonkurken, knikkers, … laten leggen
• toon de getalbeelden heel kort (‘flitsen') om te oefenen op een vlugge herkenning
(dit is een zeer belangrijke oefening, want de kinderen moeten de getalbeelden heel vlot herkennen)
•....